Pulled pork is langzaam gegaard varkensvlees. Een groot stuk varkensschouder met been kan wel tot 12 uur garen. Het vlees in dit recept heeft een totale gaartijd van tussen de 8 à 10 uur. Het vergt wat voorbereiding en een goede planning, maar pulled pork bereiden is makkelijker dan je denkt.

Wat heb je nodig?

Ingrediënten

Materiaal

  • BBQ waarmee je de rooktechniek kan toepassen en de temperatuur constant kan houden. Voor dit recept gebruik ik mijn Weber.
  • Houtskoolstarter
  • Aluminiumfolie
  • Vuurvaste schotel of aluminum bakje

Gebruikte technieken

Voorbereiding vlees

  1. Snij de dikke stukken vet van het vlees, deze nemen geen smaak en rook op.
  2. Wrijf het vlees in met mosterd, die zorgt ervoor dat de droge rub blijft plakken en goed kan inwerken.
  3. Verdeel de rub gelijkmatig over het vlees en wrijf goed in.
  4. Laat de rub minstens 1 uur intrekken. Als je tijd hebt, mag dit ook een nachtje intrekken in de koelkast.

Barbecue voorbereiden

  1. Leg het kersenhout in water en laat het minstens een half uurtje intrekken.
  2. Bereid je barbecue voor met de minion snake methode.
  3. Plaats een vuurvaste schotel of aluminium bak met water in het midden van je barbecue, om de temperatuur en vochtigheid constant te helpen houden.
  4. Steek een zestal briketten aan en wacht tot ze mooi wit zijn (hiervoor kan je een houtskoolstarter gebruiken). Leg de withete kolen tegen de andere briketten in je barbecue. Deze zullen de andere briketten stap voor stap aansteken zodat je een constante temperatuur hebt.
  5. Laat de kolen 10 minuten rusten totdat je een temperatuur bereikt van ongeveer 110 °C. Hou de temperatuur van je BBQ onder controle door de schuiven te gebruiken. Ik doe ze onderaan bijna helemaal dicht, bovenaan laat ik maximum de helft openstaan.
  6. Haal het kersenhout uit het water en laat het even uitlekken. Verdeel het in 3 aluminium bakjes, doe er zilverpapier over en prik er gaatjes in om de rook vrij te laten tijdens de bereiding. Leg het eerste bakje met kersenhout op de gloeiende kolen zodat je direct kan beginnen roken. De andere bakjes zet je achter elkaar op de briketten die nog niet branden.

Low and slow

  1. Als je een digitale thermometer met een lange draad hebt, kan je deze in het dikste gedeelte van het vlees steken. Let er op dat de meter in het midden van het stuk vlees zit.
  2. Rook het braadstuk boven het bakje met water.
  3. Controleer regelmatig de temperatuur, die moet constant tussen de 110 en 120 °C blijven.
  4. Laat tussen de 8 à 10 uur garen.
  5. Als de kerntemperatuur 87 °C is mag het vlees van de BBQ. Bij een lagere kerntemperatuur valt het vlees niet genoeg uit elkaar.
  6. Gebruik bij het opheffen van het vlees een spatel en een tang om te vermijden dat het vlees uit elkaar valt.
  7. Rol het vlees in aluminiumfolie en laat het minstens 30 minuten rusten.

Pullen

  1. Trek het vlees in kleine stukjes met je vingers of met behulp van twee vorken. Gooi stukjes vet weg, behalve de knapperige donkere stukjes die aan de buitenkant zijn ontstaan. De eerste centimeter onder de buitenkant heeft een roze kleur. Dit is een chemische reactie tussen de rook en het spierweefsel en heeft een heerlijk gerookte smaak.
  2. Je pulled pork is klaar om direct op te eten of om in een gerecht te verwerken.

Pulled pork serveer je traditioneel op een zacht broodje met barbecuesaus en koolsla. De kans is groot dat je restjes hebt. Die kan je 3 à 4 dagen in de koelkast bewaren.